Middenschool en Koninklijk Atheneum
D’Hek Landen

ASO – TSO – BSO

Download de projectfiche (.pdf - 3.64mb)


Bert Goetvinck – Kirsten Verboven – Stefanie Donnée – Bram Vanhulle – Karel Bruylandt – Julie Vandenbussche – Tim De Pessemier – Jeroen Jonckheere – Toon Vermeer – Michiel De Vry

OntwerpSituering

Hangende klassen als link tussen theorie en praktijk

Landen fig. 2De studenten ontwerpen een type-gebouw waarbij ze de relatie tussen theorie- en praktijklokalen onderzoeken. De klassen worden opgehangen in een balkvormig ateliervolume en zorgen voor een directe link tussen theorie en praktijk (fig 2). De ateliers zijn voorzien van Sheddaken, wat refereert naar industriële werkplaatsen. Ze worden ingezet om de ateliers en de klassen te verlichten. Tussen de klassen zijn grote vides voorzien. Deze verzekeren de ateliers van voldoende lichtinval en vrije hoogte (fig 3). Twee grote doorgangen doen dienst als overdekte buitenruimte en leveringsruimte. Ook de ingangen en trappen van het gebouw – zowel voor leerlingen als externe bezoekers –bevinden zich aan deze doorgangen. Het sanitair en de kleedkamers worden als een vaste kern tussen deze ingangen geplaatst. Een sequentie van klassen, vides en inkomhallen wordt aaneengeregen door een centrale gang op het niveau van de klassen. Dit zorgt voor steeds wisselende zichten doorheen het gebouw (fig 4).

Landen fig. 3 Landen fig. 4

Een twee-in-één gebouw schept een positieve identiteit

Landen fig. 5Het bovenste gedeelte van het gebouw, ter hoogte van de hangende klassen, wordt omzoomd door een geperforeerde baksteenwand. Deze omgekeerde sokkel wordt gedragen door een enveloppe van glas en grote betonnen kruisen, die zowel een dragende als zonwerende functie hebben. De ontdubbelde wand creëert een grote transparantie naar de ateliers. De ateliers worden hierdoor visueel opengesteld naar de omgeving. Het publiek wordt aangemoedigd naar de achterliggende inhoud van het technisch onderwijs te kijken. Het krijgt op deze manier opnieuw een gezicht (fig 5).
Het ateliergebouw met hangende klassen is een eenvoudig gestapeld gebouw om een beperkte footprint te bekomen. Het nieuwe gebouw wordt ingeplant aan de achterzijde van het terrein. Het organiseert een nieuwe en een duidelijke toegang tot de schoolsite. De geconcentreerde bebouwing laat ook een herstructurering van de groene en verharde open ruimte toe (fig 6). De diffuse begrenzing van de speelplaats door de verschillende paviljoenen wordt vervangen door een scherpe omkadering waardoor bebouwing en open ruimte één gestructureerd geheel vormen. Het nieuwe gebouw zorgt voor een sterke identiteit zonder het belang van het hoofdgebouw opzij te schuiven (fig 7).

Landen fig. 6 Landen fig. 7

Een visie op lange termijn

Landen fig. 8Op lange termijn is het mogelijk ook beide bestaande loodsen met sportzaal en werkplaatsen, waarlangs het nieuwe gebouw zich plaatst, te vervangen. De studenten stellen een uitbreiding voor die zich loodrecht op het ateliergebouw bevindt. Een concrete keuze hangt af van het gewenste programma op lange termijn.  Hetzelfde concept van hangende klassen in ateliers kan gebruikt worden voor de uitbreiding, maar een nieuwe uitbreiding kan ook andere functies zoals een nieuwe sportzaal opnemen. De begrenzing tussen de private speelplaats van hoofdgebouw en ateliergebouw enerzijds en het semi-publieke sport- en scoutsterrein anderzijds wordt bevestigd door een inplanting op de grens van beide. De verdere uitbreiding wordt net als het ateliergebouw opgevat als een semi-permeabele muur, met doorgangen naar het sport- en scoutsterrein. Op deze manier is een duidelijke omkadering van de buitenruimte van de school mogelijk, zonder de link met de naastgelegen terreinen te verliezen (fig 8).