Ten Berge Berlare

Kleuter - Lager onderwijs

Download de projectfiche (.pdf - 5mb)

Groeperen van hoofdfuncties
en subfuncties

Vanuit de onderzochte economische clustering van de analyse wordt het nieuwe schoolgebouw opgedeeld in vier functies: kleuteronderwijs, lagere school, administratie met directie, en gemeenschappelijke functies zoals refter en sportzaal. Via hoofd- en nevencirculatieassen wordt de school met gekaderde zichten en toegangen betrokken op haar omgeving: het achterliggend bos en de naastliggende woonwijk. Binnenin de school wordt verder structuur gegeven door de klassen te groeperen per graad om de kinderen te begeleiden bij hun leerproces. De kleine eenheden geven aanleiding tot maximale circulatieruimtes, die mee bij het leerproces ingezet kunnen worden. Het groeperen van hoofdfuncties en subfuncties geeft zo een duidelijke plaats aan de kinderen binnen de school (fig.2-3).


Het verbinden van klassen
stimuleert andere werk- en
leermethodes

Om de kinderen een duidelijke plaats binnen de school te geven, worden de verschillende klassen per graad gegroepeerd. De klassen kunnen twee aan twee met elkaar verbonden worden, en één grote ruimte vormen. Lesgeven kan op deze manier variëren van een klassieke opstelling over werken in groepjes tot samenwerken. De klassen worden gezien als introverte ruimtes, die per graad een meer open karakter krijgen.

De klassen van de lagere graden kijken uit op een omsloten patio, en kunnen bovendien aan deze buitenruimte geschakeld worden. De andere klassen grenzen aan de speelplaats en hebben zicht op het achterliggende bos. Zij kunnen zich de brede circulatiegangen toe-eigenen. Op deze manier vergroten de klassen niet alleen hun werkoppervlakte, het openbreken van de begrenzing van de vier klasmuren stimuleert ook andere werk- en leermethodes (fig.4).


Bij het kleuterblok kunnen drie of vier klassen tot één grote ruimte gegroepeerd worden. De scheiding tussen gang en klas is hierbij een volle, gesloten wand, die via in- en uitstulpingen kleine speelhoeken vormt langs haar beide zijden. Op deze manier wordt ook de brede gang opnieuw ingezet als polyvalente speelruimte (fig.5).

De sportzaal en de refters worden
opgevat als buurtruimte

Tussen de cluster met de gemeenschappelijke functies en de verschillende schoolfuncties wordt een straat getrokken die deze functies afzondert van de school en ze op de buurt betrekt (fig.6). De sportzaal en de refters voor de kleuterschool en de lagere school worden opgevat als buurtruimte, en kunnen afzonderlijk van de school gebruikt worden. Met wanden die zich kunnen openvouwen tussen refters en sportzaal en tussen refters en straat kan dit gebouw evolueren van verschillende uitbreidbare ruimtes met zichten en verbindingen naar elkaar, tot één grote, polyvalente ruimte, met een waaier van mogelijkheden (fig.7).